De Hobbit - J.R.R. Tolkien

De Hobbit
'In een hol onder de grond woonde een Hobbit...'

Deze woorden schreef professor J.R.R. Tolkien in 1928 op een onbeschreven eindexamenblad van een van zijn studenten. Tolkien wist zelf niet wat hij ermee bedoelde en besloot daarom eens uit te zoeken wat Hobbits eigenlijk zijn.

Hobbits bleken kleine lieden die houden van lekker eten en weinig avontuurlijk zijn aangelegd. Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen...

Meneer Bilbo Balings is zo’n uitzondering, al weet hij het zelf nog niet.

Op een dag komen er zomaar dertien dwergen, vergezeld door de beroemde tovenaar Gandalf, bij meneer Bilbo om een feestje te vieren in zíjn hobbithol; een afscheidsfeestje welteverstaan. De volgende dag gaat de groep op reis om in het oude Moria een schat te zoeken.

Tot zijn grote schrik stelt Gandalf voor dat Bilbo meegaat als het veertiende lid van de expeditie. Voor hij het weet, is hij op avontuur en komt hij in aanraking met Trollen, reusachtige wolven, spinnen, Aardmannen en niet te vergeten de oude draak Smaug. Zo wordt Bilbo de meest wereldwijze Hobbit ooit.


De Hobbit is het begin van het wereldberoemde oeuvre van Tolkien.